Spionagepraktijken en inlichtingenwerk veronderstellen een zekere geheimhouding. Het grote publiek is niet of slechts in algemene termen op de hoogte van de dagelijkse werkzaamheden van (het is al in de naam vervat) de geheime dienst. Evengoed zijn verhalen over inlichtingen- en veiligheidsdiensten haast niet uit het dagelijks leven weg te denken, al was het maar door het verschijnen van een nieuwe film in de lange reeks van vertellingen over James Bond dit najaar. Journalisten, wetenschappers, romanciers en filmmakers besteden allen regelmatig aandacht aan spionagepraktijken en inlichtingendiensten. Het onderwerp spreekt tot de verbeelding en vormt een dankbaar en niet onomstreden gespreksonderwerp.
 
ARTIKELEN
Constant Hijzen, 'De vijand en zijn geheimen. Over de inlichtingengeschiedenis als vakgebied'. 
Rose Mary Sheldon,'Hannibal as Spy Chief'.
Nike Koutrakou, ‘Eyes of the Emperor’ and ‘Real Spies’. Stories of Espionage in Byzantine Writings'.
Raymond Fagel, 'De klokkenluider van het Escoriaal. Antonio Pérez en de Zwarte Legende'.
Ben de Jong, 'Official Intelligence Histories. Is there a Problem?'.
Peter Verstraten,'De beste spion is (een) Nemo. Spionagethrillers van Fritz Lang en Alfred Hitchcock'.
Ferry Gouwens, ‘Tot de secrete saecke vande Zee’. Geheimhouding en besluitvorming tijdens de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667)'.
Frans-Jan Kortman, 'Operatie Condor. Hoe het Amerikaanse buitenlandse beleid in zuidelijk Latijns-Amerika een klimaat voor internationaal staatsterrorisme schiep'.
Ben de Jong, 'Recensie: D. Horner, The Spy Catchers: The Official History of ASIO 1949-1963. Volume I'.
Hubert van Tuyll, 'Recensie: S. de Schaepdrijver, Gabrielle Petit: The Death and Life of a Female Spy in the First World War'.
Interview met de AIVD en Bob de Graaff, 'In de haarvaten van de samenleving'.